vrijdag 21 augustus 2015

Jij

Je hebt negen maanden in mijn buik gewoond.
Nu slaap je in een wiegje naast mijn bed.
Negen maanden heb je via mij voeding gekregen
en daar gaan we nu gewoon mee door.

Als je huilt gaan mijn haren overeind.
Wat wil je van me? Drinken... een schone luier?
Ik pak je en leg je aan
En als dat het niet is verschoon ik je
of leg je in je bedje
of houd je juist bij me.

Wat wil je?
Ik weet het niet en probeer te raden.
Soms raad ik goed
soms raad ik het verkeerd.

Ik noem je moppie, liefje en nog veel meer.
Ik waak over je als een moeder.

Je ligt naast me en ik kijk naar je. 
Je lijkt een beetje op papa
en ook een beetje op mijn zus.
Je komt me heel bekend voor
ook al ben je nieuw voor me.
En ineens realiseer ik me:
Je bent een stukje van mij.
Ik voel het niet maar ik weet het.

Ik kan het niet geloven
dat je van mij bent. 
Mijn verstand weet het...
Geef me nog wat tijd liefje!

Daarom zal ik je blijven voeden aan mijn borst,
je blijven koesteren aan mijn hart.
En op een dag zal ik het voelen:
Je bent van mij en ik houd van je!

Op die dag zeggen we 'vaarwel' tegen de depressie
en kom ik thuis bij jou.
Want thuis is daar waar het hart is.