zondag 1 maart 2015

Zwanger, leuk! LEUK???

Zwanger..

'Gefeliciteerd, wat leuk!'
"Ja, dank je" Leuk?? Ik vind er geen bal aan! Ik voel me helemaal niet blij!

'Gaat het goed?'
"Ja hoor, ja... 't is wel pittig hè..." Ik voel me namelijk misselijk, moe, duizelig, ik slaap hele nachten niet en sleep me moeizaam door de dagen, m'n kinderen zijn stierlijk vervelend, het huishouden ligt al maanden op z'n gat en het wordt steeds moeilijker om eten op tafel te krijgen.

'Ach ja... dat hoort er bij hè! Maar je krijgt er straks iets voor terug!'
"Ja, zo is het" Alleen helpt het me geen zier! Ik kan er nog niet echt blij van worden... Negen maanden... weet je hoe lang dat nog duurt? Deze dag lijkt al niet om te komen. Laat staan alle dagen die nog voor me liggen... 

'Nou, geniet ervan!'
"Ja, dank je." Genieten... pfft... hoe kan ik hier nu van genieten. M'n lichaam laat me totaal in de steek. Ik zou wel kunnen janken. Alleen weet ik niet waarom dus laat ik het maar. 

'Als ik iets voor je kan doen hoor ik het hè!?'
"Ja hoor, ik weet je te vinden!" Ja... ik heb zeker hulp nodig! Maar ik durf het niet te vragen. Ik weet niet eens wát ik moet vragen. M'n huis is een troep... maar ja... ik ben toch niet gehandicapt; dat moet ik zelf makkelijk kunnen. En m'n rekeningen stapelen zich op... maar daar durf ik jou niet mee op te zadelen. Überhaupt zou ik je niet achter mijn voordeur uit durven nodigen omdat je dan zult zien hoe een puinhoop het binnen is. Voor ik de deur uit ga probeer ik ervoor te zorgen dat ik en de kinderen er fatsoenlijk uit zien en dan spelen we netjes mooi weer tegen iedereen die we tegen komen. Niet alleen omdat ik me schaam voor hoe het er echt aan toe gaat (ik ben toch niet de eerste moeder die zwanger is... er zijn er al zoveel geweest die het wel gewoon kunnen... waarom IK dan niet?) maar ook omdat ik het heerlijk vind om er eens even uit te zijn en anderen te ontmoeten. Want ondanks dat ik snak naar contacten trek ik me steeds meer terug uit de 'grote boze buitenwereld' en is zelfs boodschappen doen al een onmogelijke opgave waardoor ik nagenoeg geen mensen zie.

Maar wat dan? Wat kan ik eraan veranderen? Niets immers... ik zal die negen maanden uit moeten zingen en de maanden erna erbij. 
Bij de verloskundige huil ik een potje en zij zegt: 'Trek aan de bel hè, als het niet meer gaat!' Maar waar hangt die bel en wanneer gaat het niet meer?

Dat het eigenlijk al die tijd al niet gaat durf ik niet te bekennen want ik overleef nog steeds iedere dag (ternauwernood). Tot het op een dag op is. Het laatste druppeltje is eruit geperst en ik moet het opgeven.
De kinderen in goede handen overgelaten ga ik naar de huisarts. Hij neemt een 'depressietest' bij me af waaruit blijkt dat ik erg hoog scoor... Diezelfde middag nog vindt er een overleg met de psychiater plaats en wordt me verteld dat er een plaatsje voor me is op de PAAZ. Me nog groot houdend tegenover de buitenwereld durf ik de woorden 'psychiatrische afdeling' niet uit te spreken dus schrijf en zeg ik maar gewoon steeds PAAZ. Want zó erg is het toch ook weer niet met me dat ik op een 'psychiatrische afdeling' opgenomen hoef te worden.
Vanaf de dag dat ik op de PAAZ terecht kom krijg ik medicatie, rust en therapie. Met name de rust helpt me er in die eerste dagen doorheen. Ik besef dat het wel degelijk te ver uit de hand is gelopen en ik ben erg blij dat ik hier ben. Het heeft niets met 'niet sterk' zijn te maken zoals ik altijd dacht maar het draait allemaal om een chemisch stofje in je hersenen. De dokter zegt zelfs dat ik zolang door heb kunnen gaan omdat ik zo sterk ben... Dat is een heel nieuw gezichtspunt.
Inmiddels zit ik drie-en-een-halve week op de PAAZ. Doordat ik zolang heb doorgeworsteld was ik totaal uitgeput en heeft het tijd nodig om er bovenop te komen. Ook duurt het altijd een week of vier-vijf voordat de medicijnen aanslaan. Met ups en downs kom ik mijn dagen door en voel ik het verblijf hier als een warme, veilige mantel. Als ik een goede dag heb word ik al snel weer overmoedig maar gelukkig ben ik hier op een goede plek waar ik in mijn overmoed geen gekke dingen kan gaan doen want ik moet het toch altijd bekopen! Dat ik hoofdpijn krijg bij eenvoudig nadenken over wanneer de kinderen eens op bezoek zouden kunnen komen betekent gewoon dat ik nu nog niet sterk genoeg ben om me met zulke dingen bezig te houden. Gelukkig leer ik (door de signalen van m'n eigen lichaam in acht te nemen) dingen uit handen te geven en absoluut niet meer te doen dan ik op dit moment aan kan. En dat is helaas heel weinig. Maar dat geeft niet. Het heeft tijd nodig maar het zal overgaan! De natuur leert dat een depressie altijd over gaat. En hopelijk gaan de medicijnen snel werken zodat ik er niet al te lang meer op hoef te wachten.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten